Zo mooi ziet stilte eruit
René Leverink
1 December 2020
1 December 2020
Het IDFA-programma waaiert dit jaar vanuit Amsterdam heel Nederland over. Als bij u in de buurt de documentaire Silence of the Tides van regisseur Pieter-Rim de Kroon te zien is, en u bent liefhebber van de Wadden, of u bent iets anders, dan zou ik er maar heengaan, want het is een bijna twee uur durend, oogverblindend eerbetoon aan het grootste intergetijdengebied ter wereld. Zo’n film waarbij je elke seconde denkt: wat een fantastische foto, waarom hij wel en ik niet? En dan heeft het beeld alweer plaatsgemaakt voor een ander adembenemend shot. Wat een werk moet het geweest zijn. Wat een geduld was ervoor nodig. Hoe lang hebben de makers van deze film op de loer gelegen voordat precies die steltloper in beeld kwam schrijden. Hoeveel kilometers hebben ze meegespoord met de Duitse postbesteller op zijn gemotoriseerde dijklorry. Hoe kregen ze toch die steeds weer andere zonsop- en ondergangen in beeld, met die lange schaduwen over de ribbels, schorren en groeven van de droogvallende waddenbodem. Veel stilte is er niet in de film, ondanks de titel. Sterker nog: alle geluiden van dier, mens, wind en water worden zodanig aangezet dat ze je af en toe haast angst inboezemen. En dan opeens het suizende gezucht van een oud kerkorgel in een eenzaam kerkje op een verstild Duits waddeneiland. En hoor dát eens: het onbekommerde getoeter van een rondtrekkend blaasorkest. De muzikanten zitten op strobalen, op een platte wagen, getrokken door een trekker. Opgewekt toeren ze door de stille straatjes van eeuwenoude dorpen. Geen mens komt kijken, want wonen doet haast niemand er meer.