‘Een goede film heeft een ziel’
Vier jaar deed Pieter-Rim de Kroon over zijn documentaire over het waddengebied Silence of the tides. Het is een magistrale film geworden, over ,,een groot ademhalend organisme.’’
Silence of the tides is vermoedelijk de allereerste waddenfilm met een explosie. Met een enorme knal, raakt een precisiebom vanuit een straaljager het doelwit op de Vliehors, het buldert door de bioscoopzaal.
,,De vreemdste vogel van het waddenge bied is de F-16’’, zegt filmmaker Pieter-Rim de Kroon (1955, geboren in Saoedi-Arabië, ,,maar mijn roots zijn in Koudum’’). ,,Ik vond het belangrijk om ook de proefbombardementen te laten zien, die zijn onderdeel van het gebied. Daar geef ik nadrukkelijk geen waardeoordeel over – in dat gebied zijn ook broedkolonies, die vogels vliegen de lucht in, maar 30 seconden nadat de explosie geweest is, komen ze terug alsof er niks gebeurd is. En in zo’n explosie zie ik ook een zekere schoonheid.’’
Hij heeft met cameraman Dick Harrewijn vier jaar gewerkt aan Silence of the tides, zijn documentaire over het Nederlandse, Duitse en Deense waddengebied. Die gaat vanaf volgende week draaien. Het is een verbluffende, zorgvuldige en magistrale film, die in een bioscoopzaal het best tot zijn recht komt. De kalme beelden vereisen een groot scherm, het volle geluid – soms met zes microfoons opgenomen – een verfijnde installatie.
,,Ik hecht aan vertoning op een groot doek’’, zegt de maker. ,,Daar is de film echt voor gemaakt. Een film in een bioscoop heeft een andere uitwerking. Dat is de magie van de cinema, de kijker moet die enorme ruimte van het waddengebied in de bioscoop bele ven.’’
BLUBBER EN SLIK
In 2016 bedacht de filmer, die in 2003 een Gouden Kalf kreeg voor zijn documentaire Hollands licht, dat hij een film wilde maken over dit gebied. Waar de horizon in Hollands licht met opzet laag in beeld is, die film gaat tenslotte over schilderkunst en het verschijnsel dat het licht in Nederland anders zou zijn, daar is de horizon nu hoog. ,,De hoofdzaak is dat je die blubber en dat slik ziet, je staat daar constant in.’’
Maar zijn waddenfilm moest geen natuurfilm worden. De Kroon zegt het een paar keer nadrukkelijk. Al zit er volop flora en fauna in, en volgen we onder meer een schaap van geboorte tot aan de slacht, Silence of the tides gaat over mensen. Bewoners, vissers, toeristen, onderzoekers. ,,Hoe de mens zich gedraagt, dat doet geen enkel ander dier.’’
De opvallendste is Hanni (volledige naam: Johann Petersen). Hij is de postbode van Olland en Langeneß, twee van de Duitse Halligen – een groep eilanden zonder dijken, die kunnen onderlopen bij hoge vloed. ,,Op de Halligen waait het altijd’’, zegt De Kroon. ,,Als je er twee dagen hebt staan filmen, hoor je elkaar niet meer.’’ In het voorjaar – de film laat het zien – worden de koeien er vanaf de wal heen gedreven.
Hanni rijdt met een spoortreintje (een Lore noemen de Duitsers zo’n treintje) over de kwelders naar die eilanden om er zaken te bezorgen. ,,Toen we nog research deden zagen we op een stormachtige avond, bij harde regenval, dat treintje rijden, als een stipje in de verte. Daar zat Hanni in, met zijn woeste kop. Zijn gezicht vertelt al een heel verhaal, met dat woeste haar en die doorgroefde kop, en die bozige blik, altijd een sigaret en altijd een flesje cola. Het vertelt iets over het gevoel van onafhankelijkheid van de mensen op de eilanden, ze maken het zelf wel uit.’’
,,We wisten dat we hem als personage wilden hebben en zijn gaan kennismaken. Maar op de eilanden kom je nogal eens mensen tegen die er geen zin in hebben, die poppenkast, alweer een film. Dat had Hanni eerst ook. Later hebben we nog een keer kennis gemaakt, dan krijg je iets van een vertrouwensrelatie en uiteindelijk zei hij, oké, vooruit maar.’’
BEZIGHEDEN
De film wijkt ook daarin af van andere documentaires, want Hanni en de andere personages (een onderzoekster van kanoeten, een dominee, een organist, een vuurtorenwachter) worden niet geïnterviewd. Alleen gevolgd in hun bezigheden.
,,We wilden geen interviews en ook geen tendentieuze voice-over die aan jou als kijker vertelt wat je ervan moet vinden. Wat je ervan vindt moet je zelf bedenken. In het beeld zit zoveel, dat vertelt eigenlijk alles al. Bij het begin van de opnamen hadden we ook bedacht dat we niet gingen inzoomen of de camera laten rijden. Dat leidt de kijker af, in het beeld zijn al allemaal subtiele procesjes aan de gang. Dus zeiden we: ‘Blijf met je poten van de camera af’.’’
,,De film stuurt niet, er is geen nadrukkelijke mening. Het is geen natuurfilm en geen pamflettistische film. Ik noem het nederige waarneming, we zetten de camera neer en hebben het over ons heen laten komen.’’
,,De verrassende dingen kun je niet plannen. Soms sta je ergens en denk je: ik vind hier niks aan, helemaal niks. En dan kijk je een uurtje later over je schouder en zie je iets spectaculairs. Je moet alert zijn, de hele tijd. Begin 2017 hadden we die ongelooflijke winterperiode, we waren op de Halligen en op die ene dag was alles helemaal wit. Ongelooflijk gewoon, zoiets is toeval en een cadeautje, maar ook bepalend voor hoe de film eruit gaat zien.’’
Zo ontstond de film, in pakweg tweehonderd draaidagen (en honderd reisdagen, want het gebied is uitgestrekt). Al filmend realiseerde De Kroon zich dat de voortdurende beweging van de getijden eigenlijk alles bepaalde. Het werkschema van kokkelvissers, het fourageren van vogels, het leven op de Halligen. ,,We zagen dat het gebied een groot ademhalend organisme is’’, zegt hij.
Daarnaast waren er meer cycli: er zit een begrafenis in de film en een doop, de film begint en eindigt in de winter, trekvogels en toeristen komen in het voorjaar en vertrekken als het guurder en donkerder wordt.
MAGIE
In een paar wondermooie scènes zien we het water stijgen of dalen. Zo is er een surrealistisch beeld van de Ekwarderhörne, waar een paar staketsels (een voormalige aanlegsteiger van een eeuw geleden) in het bewegende water staan. ,,Ik noem die dingen reminiscenties van de mensen, je komt ze in het gebied meer tegen, een verlaten tank, bunkers, die er gewoon nog staan. Als een soort Stonehenge.’’
,,Om dat zo te kunnen vastleggen hebben Dick Harrewijn en ik een bijzondere techniek gebruikt, waarvoor we daar twee dagen zes uur hebben staan filmen. Ik heb een hekel aan die MTV-achtige timelapses, met die jagende wolken en dat bibberende water, wij wilden niks versnellen. Zo kun je die ademhaling laten zien. Voor mij is die de ziel van deze film – want een goede film moet een ziel hebben. Er moet iets van magie in zijn, iets wat je niet echt kunt pakken.’’